Beleidsbabbels

Heen- en terugdenken

De politiek heeft ideeën over Nederland. Over het straatbeeld, over waterbeheer, over de gezondheid van horecapersoneel en over de manier waarop we ons moeten gedragen. Een deel van die ideeën krijgt uiteindelijk vorm in wetten en verordeningen. Het stadsbestuur besluit om de wildgroei van hoge gebouwen te stoppen. De provincie neemt de beslissing om dijken te verhogen. De rijksoverheid kiest voor een rookvrije horeca. De Rijksvoorlichtingsdienst gaat de strijd aan tegen normvervaging en moreel verval.

Een politiek besluit alleen is natuurlijk niet voldoende. Want hoe gaat het stadsbestuur de wildgroei van hoge gebouwen tegen? Met hoeveel meter wil de provincie de dijken verhogen? Hoe regelt de rijksoverheid een rookvrije horeca? Welke normen en waarden streeft de Rijksvoorlichtingsdienst na?

Voor al dit soort vragen is er de beleidsmaker. Deze beleidsmaker legt nauwkeurig vast wat er gebeurt, waar dit gebeurt, hoe dit gebeurt, wanneer dit gebeurt, wie dit doet en hoeveel dit mag kosten. Althans, zo zou het moeten zijn. In werkelijkheid moet de beleidsmaker voortborduren op instructies die zijn opgesteld in Binnenhofbargoens, de omslachtige en ontwijkende taal van de politiek. Het resultaat? Vuistdikke nota’s vol beleidsbabbels.

Beleidskunst

Nog even geduld…

Voorzetselende

Nog even geduld…

Falend beleid

Nog even geduld…

Bea, de beleidsmedewerker

Als de politiek een besluit heeft genomen, komt Bea in beeld om het beleid nader vast te leggen. Bea is een door de wol geverfde beleidsmaker die beleidsbabbels, de taal van beleidsmedewerkers, tot in alle finesses beheerst. Als de gemeenteraad besluit om drugdealers te weren, produceert Bea in mum van tijd tientallenpagina’s vol onduidelijke, dubbelzinnige en vooral ondoordringbare taal. In een dergelijk rapport draait Bea haar hand niet om voor een zin als:

De maatregelen ten behoeve van de veiligheid in de openbare ruimte zullen onder meer worden geïntegreerd in de sfeer van de groenvoorziening.

Wat bedoelt Bea hiermee? Waarom schrijft ze zo’n draak van een zin? Eigenlijk zou Bea een glasheldere beleidstekst moeten schrijven. Toch kiest ze voor zinnen waar een normaal mens zich niets bij kan voorstellen. Maar dat is precies de bedoeling. Bea voelt donders goed aan dat het voorstel van de gemeenteraad, tien stokoude rododendrons kappen, op veel verzet zal stuiten. Dat is voor de buurtbewoners een ingrijpende maatregel, maar volgens de gemeente wel de enige manier om te voorkomen dat dealers ongezien hun waar kunnen verkopen. Bea ziet de postzakken vol bezwaarschriften van omwonenden en milieufanaten al binnenstromen. Vandaar haar oplossing om het lekker vaag te houden. Dat voorkomt een hoop gedoe.

Beleid voor de prullenbak

Toen ze net als beleidsmedewerker begon, was Bea nog naïef. Ze dacht dat ze duidelijk moest zijn over de maatregelen die de politiek voor ogen had. Op een dag moest zij een plan ontwikkelen om de gemeente aantrekkelijk te maken voor mensen met hoge inkomens. Ze schreef een kort en ambitieus voorstel om luxe villa’s te bouwen aan de rand van een prachtig natuurgebied.

Aanvankelijk kwam er van dit plan weinig terecht. Eerst voegde Bea’s collega hier en daar wat slagen om de arm toe uit angst voor protesten van alerte natuurliefhebbers en de lokale groene partij. Daarna vond Bea’s afdelingshoofd het rapport juist te groen. Hij voegde op zijn beurt een paar vaagmakers toe die de eerder gemaakte slagen om de arm weer tenietdeden. Vervolgens begon het stuk zijn lange omzwervingen langs diverse directoraten. De een schreef er wat bij en de ander zwakte een formulering wat af. Intussen veroorzaakte Bea’s conceptnota een flinke rel in de gemeenteraad. Ondanks alle vaagmakers riekte het voorstel nog te veel naar natuurvernietiging. Het mag duidelijk zijn dat de rechtse wethouder dat niet kon verkopen aan zijn linkse coalitiepartner. Bea ging daarop weer aan de slag en verving alle concrete maatregelen door ellenlange nietszeggende zinnen. De tekst groeide en groeide. Wat overbleef was een vuistdikke en onleesbare nota met de onthutsende titel:

Realisering van woonvoorzieningen ten behoeve van draagkrachtigen in een groene ambiance.

Tot Bea’s verbazing werd deze nota uiteindelijk wél goedgekeurd door de gemeenteraad. De resterende protesten werden snel gesmoord met een verwijzing naar haar nota. Bea trok hieruit een belangrijke les voor de volgende keer: een korte, krachtige en concrete tekst levert uitermate veel kritiek op. Elke verwijzing naar iets zichtbaars, tastbaars of hoorbaars leidt gegarandeerd tot bezwaar.

Toen Bea haar tweede beleidstekst moest schrijven, keek ze daarom eerst eens goed naar de diverse belangen en partijen. Ze ontdekte dat het onmogelijk was om alle belangen met elkaar in overeenstemming te brengen. Vandaar dat ze een lange en omzichtig geformuleerde tekst schreef die een onaangename maatregel – de fusie van twee basisscholen – in een ondoordringbareoordenjungle wist te verbergen. De gemeenteraad hield zich opvallend koest en ook de twee schooldirecteuren leken amper onder de indruk van deze ingrijpende plannen.

In de daaropvolgende jaren heeft Bea haar beleidsbabbels tot in de puntjes geperfectioneerd. Met schaamte kijkt ze terug op haar eerste conceptnota. Wat een verschil met haar huidige teksten! Die blinken uit in vaagheid en verwijzen zelden naar de tastbare werkelijkheid. En ja hoor, al haar beleidsteksten gaan nu geruisloos langs alle beslissers en belanghebbenden. Een groot deel verdwijnt weliswaar met een doffe plof ongelezen in de prullenbak, maar toch is iedereen tevreden. Bea is een echte beleidsbabbelaar geworden.

Beleid als compromis

Als iedereen het altijd met elkaar eens zou zijn, zouden beleidsbabbels niet bestaan. Een financiële nota zou dan nooit hoeven te melden dat er maatregelen worden genomen in het kader van de kredietcrisis, maar klip en klaar bekendmaken wat er écht gaat gebeuren. Bijvoorbeeld dat de rente omlaaggaat. Of dat de hypotheekgarantie omhooggaat. Of dat er meer geld komt om werkloosheidsuitkeringen te financieren. Waar iedereen het over eens is, laat zich makkelijk verwoorden in klare taal. In werkelijkheid moeten beleidsmakers schipperen tussen allerlei politieke belangen. Nederland is een polderdemocratie. Compromissen zijn noodzakelijk om te regeren. Iedereen wil z’n zegje wil doen of op z’n minst een beetje tevreden worden gesteld. Dit ingewikkelde samenspel leidt bijna als vanzelf tot omzichtige taal, waarmee politici nog alle kanten op kunnen. En de beleidsmaker? Die zit vervolgens met de gebakken peren en moet al dit Binnenhofbargoens vertalen naar beleid.

Eigenlijk is het helemaal niet zo gek dat Bea nooit eens een duidelijke zin op papier zet.

%d bloggers liken dit: