Nieuwsgeneuzel

Nuance doodsteek journalistiek

Net als reclame heeft ook het nieuws grote invloed op ons leven. Het nieuws bepaalt of we ons zorgen maken over de visstand, wat we van dierproeven vinden en of we de toekomst zonnig inzien. Als de nieuwslezer het heeft over een zwaarbevochten overwinning op de Taliban, dan zijn we trots op ‘onze jongens’ in Afghanistan. Tegelijkertijd slaat de schrik ons om het hart als de krant bericht dat er naast de Mexicaanse griep ook nog eens een zeer besmettelijke Q-koorts oprukt.

Nieuws ontaardt vaak in nieuwsgeneuzel, een variant van vaagtaal die leidt tot irrationele angsten, ongefundeerde politieke beslissingen en schreeuwerig maar nietszeggend taalgebruik. Nieuwsneuzelaars brengen het nieuws zo kort door de bocht dat je er bang van wordt. En die angst? Die levert weer nieuw nieuws op.

Koppensnellen

Nog even geduld…

Nieuws dat je pakt!

Nog even geduld…

Clichénieuws

Nog even geduld…

John, de journalist

John is journalist. John is snel en heeft overal contacten. Breekt er een schoorsteenbrandje uit? Dan is John er als eerste bij met een primeur over een heldhaftige brandweerman die met gevaar voor eigen leven een onschuldig meisje uit een brandend huis redt. Is er geen nieuws? Dan blaast John doodleuk een zwarte kater op tot een levensgevaarlijke panter die elk moment tevoorschijn kan springen om nietsvermoedende recreanten te verscheuren.

John heeft een hekel aan nuance. Voor grijs is op de voorpagina geen plaats. Nieuws is zwart of wit. John concurreert met andere journalisten en vecht om de aandacht van lezers, kijkers en luisteraars. Het gaat er hierbij hard aan toe. Als John te genuanceerd is, straft zijn publiek hem genadeloos af. Nieuws dat echt goed verkoopt, is nieuws dat inslaat als een bom. Vandaar dat bij John de noodklokken continu luiden, er dagelijks duizenden banen op de tocht staan en het altijd vijf voor twaalf is.

Voor een snelle jongen als John is de kredietcrisis een flinke kluif. Wie zit er nou te wachten op een bericht over dat vreselijk saaie bankwezen? John haalt daarom alles uit de kast. Hij opent met een domino day van omvallende banken, schrijft vervolgens over het wereldwijde bloedbad op de aandelenbeurzen en kopt de week daarop met aandelen in vrije val op inktzwarte maandag.

Als de ergste paniek dreigt weg te ebben, wakkert John het vuur weer aan door de kredietcrisis te vergelijken met de Grote Depressie van de jaren dertig van de vorige eeuw. Dat niemand in Nederland tegenwoordig nog honger lijdt, vertelt John voor het gemak maar even niet. Verwacht van John ook geen uitgebreid achtergrondverhaal over de afwezige sociale zekerheid van toen en de enorme welvaart van nu.

De journalistieke taaltrukendoos

Hoe krijgt John elke dag zijn nieuws in de krant? Welke trucs gebruikt hij om zijn berichten te verkopen? Hoe wint hij de aandacht van zijn publiek met zo veel concurrentie van kranten, tijdschriften, radio, televisie en nieuwe media?

Als vuistregel geldt dat het aantal lezers, kijkers en luisteraars toeneemt naarmate het nieuws spectaculairder is. De meeste nieuwsconsumenten hebben niets met degelijke en zorgvuldige berichtgeving, maar smullen van ranzige koppen en angstaanjagende doemscenario’s. Dagbladen die voornamelijk over rampen, dood en verderf schrijven, hebben dan ook een veel hogere oplage dan kranten die komen met genuanceerde analyses van de dieperliggende psychologische oorzaken van kredietcrisis, straatgeweld of moslimfundamentalisme.

Nieuws dat scoort

John behoort tot het soort journalisten dat naar zo veel mogelijk lezers streeft. Hij dikt het nieuws graag een beetje aan en gaat creatief om met de waarheid. Stel dat John de voorpagina wil halen, maar eigenlijk niets te melden heeft. In zijn zoektocht naar geschikt nieuws valt zijn oog op een persbericht van het Centraal Bureau voor de Statistiek:

Economische groei derde kwartaal 2008 ongewijzigd 1,8 procent

Wat een saaie kop! Op het eerste gezicht lijkt dit bericht niet geschikt voor Johns krant, en al helemaal niet voor de voorpagina. Iets wat ongewijzigd blijft, is voor John geen nieuws. Hij legt het bericht al bijna weg, maar beseft dan dat iets wat ongewijzigd blijft, ongeveer hetzelfde is als iets wat tot stilstand komt. Mooi, dat klinkt al een stuk dramatischer. Trots laat hij de hoofdredacteur zijn nieuwe kop zien:

Economische groei komt tot stilstand

De hoofdredacteur aarzelt. ‘Niet slecht, John,’ zegt hij, ‘maar er kan makkelijk nog een schepje bovenop. Kijk, als je schrijft dat de groei tot stilstand komt, suggereer je dat er voorheen nog wel beweging in de economie zat. Kennelijk valt het nog wel mee met die kredietcrisis. Noem je dat spectaculair?’ John ziet in dat niemand zit te wachten op stilstaande economische groei en kiest daarom voor een inktzwarte kop:

Nederlandse economie tot stilstand gekomen

‘Prachtig, John,’ jubelt de hoofdredacteur. ‘Dit is nieuws. Met deze kop bevindt Nederland zich van de ene op de andere dag midden in de crisis. Je ziet gewoon voor je hoe een doodse stilte zich meester maakt van Nederland. Hoe de havenkranen in Rotterdam knarsend hun laatste adem uitblazen. Hoe er in kantoorgebouwen geen werknemer meer te vinden is. Hoe de hoogovens nog nagloeien van de goede oude tijd dat er nog beweging in de economie zat. Dit, John, is een kop om mee te scoren. Proficiat, je hebt de voorpagina!’

%d bloggers liken dit: