Nooit eens een normaal antwoord
Niet alleen reclame en nieuws bepalen het leven van alledag, ook de politiek draagt daar een flink steentje aan bij. Wel werkt die invloed op een heel andere manier. De boodschap van reclame is direct en simpel: koop mij. De boodschap van het nieuws is al wat ingewikkelder: geloof mij. De boodschap van een politicus zit weer anders in elkaar. In eerste instantie is die boodschap ook simpel: kies mij. Eenmaal gekozen wordt het lastiger en moet de politicus een afweging maken tussen uiteenlopende belangen.
Het gevolg? Een wollige en ontwijkende taal vol mitsen en maren. Nederland is een democratie met een lange traditie van overleg. In het poldermodel is elke beslissing een zwaar bevochten compromis. De politiek moet niet alleen de achterban tevredenstellen, maar ook coalitiepartners, vakbonden, werkgeversverenigingen, overlegorganen en toezichthouders. Een lastige taak, want het is onmogelijk om iedereen te vriend te houden. Toch is dat precies waar politici naar streven en om dat te bereiken spreken ze een heel speciale vorm van vaagtaal: Binnenhofbargoens.

Modewoorden
Nog even geduld…

Kloof
De kloof tussen burger en politiek moet groter, aldus Frits Bolkestein in een interview uit 2010.

Paradox
Nog even geduld…
Peter, de politicus
Peter is politicus. Peter spreekt Binnenhofbargoens, een taal die hij pas na een jarenlange politieke carrière echt goed heeft leren spreken. Je zult Peter daarom zelden op een krasse uitspraak betrappen en ook krijg je van hem nooit antwoord op een simpele ja/nee-vraag. Met Binnenhofbargoens houdt Peter minutenlange betogen vol zelfverzonnen woorden en driedubbele slagen om de arm. Met Binnenhofbargoens snoert Peter critici de mond. Wie niet begrijpt wat Peter zegt, kan er immers ook niet tegen zijn.
Peter heeft het zwaar. Alles wat hij zegt, wordt meteen en minutieus door vriend en vijand geanalyseerd. Als Peter A zegt, is zijn achterban tevreden maar breekt de coalitie. Als Peter B zegt, dragen werkgevers hem op handen, maar grijpt de vakbond meteen naar de spandoeken. En dus vertelt Peter een uitgebreid verhaal met elementen van A en B, en vooral een heleboel vulsel om de aandacht af te leiden van het lastige parket waar hij in zit. Iedereen is dik tevreden, hoewel niemand weet wat Peter nu precies heeft gezegd. Juist omdát niemand weet wat hij precies heeft gezegd.
Soms ligt het extra gevoelig en moet Peter een maatregel invoeren waar ook zijn achterban niet achter staat. Hij moet flink bezuinigen en dat is lastig te verkopen. In de verkiezingstijd beloofde Peter nog dat alles beter zou worden. Hij had toen overigens weinig keus, want ook de andere partijen beloofden de kiezers gouden bergen. Een verkiezingscampagne vol bezuinigingen zou toen pure zelfmoord zijn geweest. Vandaar dat Peter riep dat niet alleen ouderen, kinderen en sociaal zwakkeren er flink op vooruit zouden gaan, maar ook werkenden, rijken en meerverdieners. Duidelijke taal waarmee Peter veel stemmen won.
Eenmaal aan de macht is het snel gedaan met deze duidelijkheid. Nu kan Peter niet langer om de hete brij heen draaien: bezuinigen is bittere noodzaak. Peter besluit deze onverkoopbare boodschap anders te verpakken. Hij legt de nadruk op heel veel zoets dat eraan zit te komen als Nederland eerst even door de zure appel heen bijt. Dat is een mooi verhaal. Wie wil er nou geen zoet? Zoet na zuur, dat klinkt alsof Peter begrijpt hoe de wereld in elkaar zit. Alsof hij echt het beste met ons voor heeft.
Peter gebruikt taal als zoethoudertje, zodat hij via de achterdeur een paar zure maatregelen kan doordrukken. Onder een sluier van vaagtaal verbreekt hij al zijn beloftes. Kritiek wijst Peter van de hand met een verwijzing naar de aloude VOC-wijsheid, de cost gaet voor de baet uyt. En zeg nou zelf, iedereen wil toch dat het beter wordt?
Draagvlak
Beloftes zijn snel en makkelijk gemaakt en leveren een politicus draagvlak op. Maar soms heeft Peter gewoonweg te veel beloofd. Zo heeft Peter gezegd dat hij de criminaliteit gaat indammen. Anderzijds wilde hij ook op de politie bezuinigen, wat nodig was om een zuinige coalitiepartner te paaien.
Hoe moet Peter nu met minder geld de criminaliteit te lijf gaan? Hoe kan Peter méér doen met minder geld? Hij heeft zich in een mooi wespennest gestoken met dit gevoelige onderwerp. Tot overmaat van ramp heeft de Raad van Hoofdcommissarissen al onverbiddelijk laten weten dat minder geld meteen leidt tot minder blauw op straat. Dat is een akelige uitspraak waar Peter zich even geen raad mee weet. Peters achterban mort. Zijn draagvlak slinkt rap.
Hoe redt Peter zich hieruit? Uiteraard kan hij niet zeggen: ‘Dat klopt, er komt minder blauw op straat.’ In plaats daarvan gebruikt hij een list. Slinks beargumenteert hij dat de geplande bezuinigingen bij de politie hand in hand gaan met een verbetering van de doelmatigheid van de politie.
Wat een briljante woordkeuze! Iets verbeteren is altijd goed, zeker als het gaat om zoiets professioneels als doelmatigheid. Iedereen heeft daar wel een positief beeld bij. De een denkt dat een doelmatige politieagent dagelijks tientallen extra bekeuringen uitschrijft. De ander hoopt juist dat deze agent nu eindelijk tijd heeft om echte boeven te vangen.
Door zijn positief geformuleerde boodschap krijgt Peter brede steun. Plotseling ziet zijn achterban Peters maatregelen als noodzakelijk en uitermate gewenst en is zijn draagvlak steviger dan ooit. Gestaag stijgt hij verder op de politieke ladder, ook al had vriend noch vijand dat ooit gedacht.
Politiek formuleren
Peter verpakt zijn boodschap in de politieke variant van vaagtaal, het Binnenhofbargoens. Met deze omslachtige en verhullende taal verkoopt hij zijn beleid. Hoe gaat dat nu precies in zijn werk? Welke taalfoefjes gebruikt Peter om in het listige polderlandschap het hoofd boven water te houden?
Nieuwe woorden
De makkelijkste truc is die van het niet-bestaande woord. Peter verzint voortdurend nieuwe woorden om kiezers tevreden te stellen. Heeft iedereen het druk? Dan roept hij op tot onthaasting. Is de burger de multiculturele samenleving beu? Dan introduceert Peter simpelweg de interculturele of zelfs de policulturele samenleving.
Natuurlijk wil Peter tijdens een debat indruk maken op zijn collega-politici. Hij heeft daarom voor elke situatie een nieuw en gewichtig klinkend woord paraat. Zo veegt hij een voorstel van de oppositie niet simpelweg van tafel, maar verprullenbakkiseert hij het. Vervolgens maakt hij van een eenvoudige analyse een indrukwekkende analysering. En als een prioriteit niet belangrijk genoeg is, maakt hij er in een handomdraai een prioritering van. Zelfs in het uitzonderlijke geval dat Peters eigen fractie de analysering van de prioritisering nog eens wil herzien, komt hij zijn kompanen moeiteloos tegemoet met een geheranalyseerde herprioritisering.
Ook strooit Peter kwistig met extreem lange woorden. Hij gebruikt daarbij een simpele maar effectieve truc: rijg woorden net zo lang aan elkaar totdat ook de allerlaatste kiezer de draad kwijt is. Stel dat Peter bijvoorbeeld een simpel maar onverkoopbaar idee heeft om de lange wachtlijsten in de zorg weg te werken. Hij kan uiteraard niet recht voor zijn raap zeggen dat hij patiënten naar België wil laten uitwijken voor een medische behandeling. Hoe krijgt hij bijval voor dit plan? Met een langdurig pleidooi over de zelfstandigheidsbevorderingsgedachte bij de beleidsrealisering van een effectiviteitsverbeteringstraject in het kader van de voorrangsinventarisatieanalysering.
Slag om de arm
Met zelfverzonnen of extreem lange woorden is Peter er nog niet. Om echt verzekerd te zijn van politiek succes houdt Peter ook graag een slag om de arm. Buiten de verkiezingstijd doet hij zelden een stellige bewering. Peter zal daarom niet zeggen:
We gaan het lerarentekort oplossen door de klassen te vergroten.
Maar:
Het is onontkoombaar dat er in de toekomst gedacht moet worden aan een herprioritering van de bestaande beleidsruimte binnen het onderwijsstelsel.
Met deze wollige formulering kan Peter nog alle kanten uit. Afhankelijk van hoe de politieke wind waait, kan hij later de klassen vergroten of juist verkleinen.
Peter zaait ook graag verwarring met dubbele ontkenningen. Op die manier hoeft hij nooit toe te geven dat hij tevreden is. Hooguit is hij niet ontevreden over de behaalde onderhandelingsresultaten. Op dezelfde manier keurt hij plannen nooit goed, maar staat hij er in beginsel niet afwijzend tegenover. Door al die vrijblijvendheid weet Peter het af en toe zelf ook niet meer. Als het niet ondenkbeeldig is dat de maximumsnelheid omlaaggaat, gaat die dan omlaag? Of juist omhoog?
Een heel enkele keer heeft Peter echt geen idee hoe hij een probleem moet aanpakken. Gelukkig biedt Binnenhofbargoens ook dan uitkomst: linksom of rechtsom is er altijd een oplossing. Linksom of rechtsom krijgen spaarders hun geld van de failliete bank Icesave wel terug. Linksom of rechtsom zal de fileproblematiek in de nabije toekomst worden opgelost. Linksom of rechtsom zal het niveau van het onderwijs er de komende jaren wel op vooruitgaan.
Linksom of rechtsom houdt Peter zijn kiezers met Binnenhofbargoens wel tevreden. Recht door zee is hij nooit. Zelfs als hij in het heetst van de verkiezingsstrijd een duidelijke uitspraak doet, zal hij die even later weer zodanig vervagen dat er geen haan meer naar kraait. Behalve de haantjes en kippetjes van de oppositie natuurlijk, maar die kunnen het zich veroorloven om duidelijk te zijn.