Doel

Stap 1 Doel van de tekst

In deze eerste schrijfstap kijk je van een afstandje naar de schrijfopdracht. Welke boodschap wil je overbrengen en wat wil je met je tekst bereiken? Ook kijk je naar de doelgroep. Je kunt het doel van de tekst immers alleen bereiken als je weet wie je lezers zijn en welk soort tekst het beste past bij deze doelgroep.

De drie belangrijkste vragen van deze schrijfstap zijn:

  1. wat wil je met de tekst bereiken?
  2. welke boodschap wil je overbrengen?
  3. voor wie schrijf je?

Pas als je het antwoord op deze drie vragen weet, kun je écht voor je lezer schrijven (raaktaalregel 1) weet je wat je wilt zeggen (raaktaalregel 2).

1. Wat wil je met de tekst bereiken?

Wat je wilt bereiken met de tekst bepaalt voor een belangrijk deel hóe je schrijft en welke informatie je nodig hebt. Een tekst kan één van de onderstaande doelen hebben, of een combinatie van deze doelen, waarbij meestal één doel de boventoon voert.

  • informeren – de tekst bevat informatie, waarmee de lezer zijn kennis vergroot
  • adviseren – de tekst bevat een advies, zodat de lezer betere beslissingen kan nemen
  • voorspellen – de tekst bevat een voorspelling, zodat de lezer zich hierop kan voorbereiden
  • verklaren – de tekst geeft een verklaring, zodat de lezer iets begrijpt of overtuigd wordt van de juistheid van de verklaring
  • beoordelen – de tekst geeft een beoordeling, zodat de lezer weet in hoeverre iets aan de eisen of verwachtingen voldoet
  • amuseren – de tekst amuseert, zodat de lezer zich vermaakt en ontspant

Soms zul je impliciet een ander doel hebben dan in de tekst naar voren komt. Je schrijft bijvoorbeeld een detectiveroman om daar geld mee te verdienen. Je lezer zal het boek echter niet kopen om jouw portemonnee te spekken, maar om zich te vermaken. De tekst moet dus onderhoudend zijn; van jouw persoonlijke hoeft de lezer verder helemaal niets te merken.

2. Welke boodschap wil je overbrengen?

De essentie van een tekst, of dat nu een kattebelletje of een kloek meerdelig werk is, moet je in één zin kunnen weergeven. Dat is de ‘centrale boodschap’ van jouw tekst. Denk hier goed over na en controleer tijdens het schrijven voortdurend of alle woorden, zinnen en alinea’s écht bijdragen aan het overbrengen van deze ene boodschap.

Op het eerste gezicht lijkt het makkelijk om de centrale boodschap van een tekst te bepalen, maar helaas is die lang niet altijd duidelijk. De opsteller van een financieel maandrapport vindt bijvoorbeeld dat zijn rapport gaat over de ontwikkelingen van de afgelopen maand, terwijl de algemeen directeur alleen geïnteresseerd is in de belangrijkste afwijkingen van het gebudgetteerde verloop.

De volgende vragen helpen bij het vaststellen van de centrale boodschap van je tekst:

  • Wat mag de lezer absoluut niet vergeten?
  • Wat moet de lezer gaan doen na het lezen?
  • Hoe moet de lezer zich voelen na het lezen?

3. Voor wie schrijf je?

Als je weet voor wie je schrijft, kun je de tekst aanpassen aan de verwachtingen en behoeften van de lezer. Soms is de doelgroep echter zo divers dat het beter is om meerdere teksten op te stellen. De directeur marketing heeft immers heel andere behoeften dan de aandeelhouder. Ook de tekstsoort is afhankelijk van de doelgroep: een klachtenbrief heeft een heel andere structuur dan een jaarrekening of een bedankbriefje aan de buurvrouw voor het verzorgen van de goudvis.

— — —

Na deze eerste stap van het schrijfproces weet je al heel veel over de tekst:

  • wat je met de tekst wilt bereiken
  • wat de boodschap van de tekst is
  • voor wie je de tekst schrijft

Op naar stap 2 Informatie.

%d bloggers liken dit: